Aflevering 6 - winter 2006/2007Het fotoalbum van deze reis vindt u op:
http://www.pixum.nl/viewalbum/?id=2142886Het is 9 januari 2007 en met een tevreden zucht van genoegen komt onze oude BRONS na twee maanden van gedwongen rust weer tot leven.
Om z’n goede wil te tonen is de eerste koude start al raak. Rustig en bedaard komen allerlei onderdelen in beweging.
Ja, wat wil je, verse olie, nieuwe vetjes, schone filters, brasso, poetsdoeken en aandacht, dat is wat die oudjes nodig hebben! (Die motor is ouder dan ik, hoor, mensen!!)
Onze stop in Auxerre was weer geweldig leuk, we hebben bezoek gehad van familie en vrienden, we zijn zelf in Nederland geweest, we hebben goed rondgekeken en gefietst, aan het schip geklust, noem maar op.
Maar genoeg is genoeg en we willen wel weer varen.
We maken afspraken met de VNF over de sluisbediening.
We zijn echt de enigen die willen varen en er is enige konsternatie bij de mannen.
Ja, OK, het kan maar de vijfde sluis vanaf Auxerre is niet bedienbaar vanwege de montage van nieuwe apparatuur.
Deze onderdelen moeten er nog op!
Dat doet men dus kennelijk niet tijdens die twee maanden winterstop……!
Als we daar “even”, één of twee dagen of zoiets willen wachten is alles goed.
Dus, na 7 kilometer en vier sluizen meren we af in Moneteau, waar we bijna drie dagen wachten op de dingen die komen gaan.
Ik laat elke dag mijn gezicht zien bij de sluis en maak een praatje, ze gaan me al kennen.
Donderdagavond, als ik al weg wil lopen zegt één van de mannen: “Hoe laat wil je morgen schutten”?
« Pardon, qu’est que vous dites? »
Met wat trucs worden we de volgende ochtend inderdaad geschut.
Vervolgens blijkt dat sluis 8, “Raveuse” een lekke schuif heeft in een bovendeur.
Het evenwicht tussen boven-lekken en beneden-uitlaten wordt net niet bereikt dus men krijgt de deuren open en we kunnen erdoor, al duurt het vrij lang.
We meren voor het weekend af in Joigny aan een ons bekend walletje, bekijken het leuke stadje en maken een prachtige zonnige fietstocht in de omgeving.
mooie fietstocht.
De volgende morgen is het nul graden en zeer mistig.
We stellen onze afspraak met de VNF nog even uit, aan de telefoon hebben we een zeer
begrijpende meneer.
We varen op het lichtste deel van de dag 10 kilometer, passeren één sluis en liggen dan in dikke mist voor de tweede sluis van die dag, afgelopen, uit!!
De Yonne is een brede, ons bekende rivier met weinig rare bochten, er is geen tegenvaart gemeld en toch is het erg onbehaaglijk varen.
Stoppen dus om halftwee ’s middags.
We scoren elektriciteit van de sluis en twee mooie stammetjes hout voor de kachel.
Zagen in de mist.
Na het zagen en het binnen brengen zijn we zo warm dat de kachel bijna niet meer aan hoeft!!
Maar we doen dat wel, nul graden buiten, stikdonker, dikke mist, niemand in de omgeving, een prachtplek!!
We zijn nu een week weg uit Auxerre, we zijn pas 42 kilometer en 12 sluizen opgeschoten
maar we voelen ons OK en daar gaat het om, nietwaar??
Een nachtje in Villeneuve-sur-Yonne en twee in Sens, beide keren gratis elec, wat luxe allemaal.
Inmiddels weer een paar spitsen gezien, leeg naar Laroche-Migennes, met graan naar Nederland of België en zelfs naar Duitsland.
Vanuit Sens (we kunnen het schip gelukkig goed wegleggen bij een werfje) gaan we op zaterdag 20 januari voor een paar dagen met een huurauto naar Nederland voor de “uitvaart” (een aangrijpende gebeurtenis) van vriend Rudolf. (tevens havenmeester van de Veerhaven in Rotterdam)
We bezoeken ook maar gelijk zwangere kinderen in Breda en Haarlem en Ann’s moeder (niet zwanger!!) in Rotterdam.
Dinsdag 23 januari teruggereden naar Sens, de sneeuw geheel misgelopen op één of andere miraculeuze wijze en de auto weer zonder deuken ingeleverd.
Woensdag zijn we weer aan de kade in Sens gaan liggen. Gratis (met stroom en water)
Boodschappen gedaan en weer gaan varen.
Lekker hoor, stroom mee en de sluizen ruimer uit elkaar, als een raketje!!
Naarmate we dichter bij Parijs komen neemt de scheepvaart flink toe.
Je ziet weer schepen in allerlei soorten en maten.
Niet alleen de goeie ouwe spits maar ook dubbele spitsen en grotere schepen.
Mooi en lelijk, schoon en vuil, in allerlei stadia van onderhoud.
Er bestaat achterstallig onderhoud, gewoon onderhoud, schilderen, schoonhouden, repareren, vernieuwen en moderniseren.
Sommige schippers slaan alles over!!
Na twee mislukte pogingen om in Parijs (gratis) goed af te meren besluiten we in Port d’ Arsenal te gaan liggen en schutten van de rivier af naar het eerste pand van het Canal de St.Martin.
Dat kost ’s winters 30 euro per dag (en ’s zomers 58 euro)
We liggen er twee nachten en voelen ons vrij de hele dag de stad in te gaan, dat is toch wel wat waard!!
Parijs, veel te zien!
Zaterdag 3 februari verlaten we Parijs en gaan vlot de Seine af.
In Parijs langs de “Notre Dame” en al die andere prachtige gebouwen varen is wel erg leuk, zeker met je eigen schip!!
Na twee dagen zijn we in Conflans en willen gasolie bunkeren, de enige bunkerboer denkt daar anders over en wil ons géén rode olie verkopen.
Gelukkig weten we daar wat op en bellen in Pontoise het telefoonnummer van een langsrijdende tankauto.
Die 600 liters zitten er zo in en we blijven gelijk maar liggen voor die nacht.
Na ruim 200 kilometer stroom mee gaat het op de Oise niet echt snel meer, we klokken gemiddeld 7 km/uur maar wat geeft het??
We hebben weer olie!!
We meren af in L’Isle Adam (een inmiddels vrijwel verrotte steiger), in Creil (mooie grasrand) en in Compiegne. (binnenvaartkade)
En dan zijn we alweer bijna van de Oise af.
Weer is wisselend grijs en lekker, niet echt koud, vrijwel geen regen van betekenis.
Gewoon januari/februariweer dus!!
11 februari wordt een reisdag, veel wind en regen, weinig zon en na 45 kilometer, 7 uur en 6 sluizen zijn we ineens op het Canal de St-Quentin, aan twee bolders 50 meter uit elkaar aan een grasrand.
Het Canal de St-Quentin was ruim 150 jaar de enige verbinding tussen noord en zuid, zeg maar tussen de Schelde en de Seine. Er zijn 35 dubbele sluizen en twee tunnels, één van een kilometertje en één van 5670 meter, de langste nog in gebruik zijnde tunnel in Frankrijk.
Toen de tunnel klaar was in 1810 (wát een karwei!!) durfden de schippers er niet doorheen te varen met hun gejaagde schepen.
Vrijstelling van kanaalrechten deed wonderen!!
Men deed soms wel 10 uur over de doortocht met 6 man in de touwen, vrijwel in het donker natuurlijk.
Sinds 1914 word je gesleept door een elektriese sleepboot met bovenleiding. De sleepboot sleept zich voort aan een 8 kilometer lange ketting die op de tunnelbodem ligt.
Buitengewone konstrukties allemaal. Vroeger was dit gebruikelijk op veel meer plaatsen (bv. passage van de hardstromende Loire bij Décize) maar nu zijn er nog twee tunnels met dit sleepsysteem.
Als er nieuwe grote ventilatoren zijn geplaatst (maar ja…..wanneer?) verdwijnen ook deze antieke schepen van het water. Eigenlijk jammer!!
Wij waren het enige schip achter de boot deze keer en het ging vlot: 1 uur en 40 minuten door de
tunnel, losgooien en verder varen.
Sleepboot voor in de tunnel.
En dan zijn we ineens in het stroomgebied van de Schelde, net onder (of boven, hoe je het bekijkt…..)
Cambrai verlaat je het kanaal en kom je op de rivier.
Die Schelde stroomt ook door Nederland, een mooi moment om dit deel van het reisverslag af te sluiten.
Nederland, we komen er weer aan!!
Over de BRONS niets dan lovende woorden, ook wel van mensen op de wal.
Slaat geen klap over!! Yippie, houwen zo!!
Ruud en Anneke, ms. Damsterdiep